
Moeras als Leefgebied
Moerasvogels stellen eisen aan de waterhuishouding en de structuur van het landschap, met name aan de moerasvegetatie. Veranderingen in de waterhuishouding, met name in waterdiepte, stroomsnelheid, helderheid en kwel, hebben daarom veel effect op vogels. Indirect verandert daardoor de vegetatie, waarvan type en structuur zeer belangrijk zijn voor vogels in verband met de beschikbaarheid van voedsel en de geschiktheid voor nestplaatsen.
Inhoudsopgave:
Aaneenschakeling van gebieden
Het plan is om tot grote aaneengesloten natuurgebieden te komen met omvangrijke en dynamische stukken moeras. In de gebieden moet de natuur zich met minimale menselijke ingrepen maximaal ontwikkelen. De Moerasnatuurkaart laat zien waar dergelijke gebieden de komende jaren gerealiseerd (kunnen) worden. Moerasvogels zijn verder gebaat bij niet vervuild, schoon water en zo min mogelijk verstoring door menselijke activiteiten. Daarnaast is een samenhangend netwerk van moerasgebieden die als doortrek- en overwinteringsgebieden fungeren langs trekroutes, essentieel voor het behoud van moerasvogels.
Moerasnatuurkaart
Niet minder dan zestien Moerasvogelsoorten staan op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Om die soorten de helpende hand te reiken hebben Vogelescherming Nederland, Staatsbosbeheer en SOVON Vogelonderzoek Nederland de Moerasnatuurkaart samengesteld, een visie op de toekomst.
Meer weten? Download de Moerasnatuurkaart!
Water
Moerasvogels prefereren de aanwezigheid van schoon, helder, ondiep, langzaam stromend of stilstaand water, waar waterplanten kunnen wortelen en de verlanding op gang kan komen. Samenhang met dieper water is wel gewenst in verband met de overleving van prooidieren in strenge winters.
Matig voedselrijk water met een daardoor rijk voedselaanbod heeft de voorkeur. Maar water dat té voedselrijk is verlandt snel, en werkt verruiging en verbossing in de hand.
Vegetatie
De vegetatie biedt belangrijke beschutting voor nestbouw, om te rusten en tegen predatie maar is ook belangrijk voor foerageren. Elke soort stelt echter andere eisen aan het leefgebied. Welke dat zijn hangt ook weer af van de functies zoals broeden, foerageren of zingen de vegetatie heeft voor de betreffende soort.
Een mozaiek van vegetatiestructuren is daarom de beste garantie voor een rijke moerasvogelbevolking.
Voedsel
De beschikbaarheid van voedsel is elementair voor de aanwezigheid van moerasvogels. Veel moerasvogels zijn generalisten en foerageren op een grote variatie aan plantaardig en dierlijk voedsel. Ongewervelden (insecten, spinnen), amfibieën, vis en waterplanten vormen het belangrijkste voedsel.
Krooneenden zijn geheel herbivoor, porseleinhoen en baardman deels. De overige aandachtsoorten zijn carnivoor. Snor en blauwborst beperken zich tot ongewervelden, grote karekieten eten soms kleine visjes. Reigers, porseleinhoen en zwarte stern eten allerlei dierlijk voedsel, maar de blauwe kiekendief eet voornamelijk muizen en vogels.
De aanwezigheid van prooidieren is afhankelijk van water, vegetatietype- en structuur en de aanwezigheid van andere soorten uit de voedselketen.